.
.
Rode zonnehoed
De rode zonnehoed is een vaste plant die afkomstig is uit Noord-Amerika. Op een zonnige plek wordt de plant 70 tot 120 cm hoog en hij bloeit in juli en augustus met grote, paarsrode bloemen.
Echinacea is in de Verenigde Staten inheems en de prairie indianen van Noord Amerika gebruikten de plant vooral om infecties te bestrijden bij beten van slangen. Ze kneusden de plant tussen stenen en legden hem vervolgens op de beetwond.
In 1871 werd de zonnehoed door een arts als geneeskruid in het westen geïntroduceerd en werd het gebruikt voor tal van aandoeningen. Van 1885 tot 1935 werd de plant hoofdzakelijk voor de behandeling van infectieziekten gebruikt, met name in de VS. Door de uitvinding van antibiotica raakte rode zonnehoed op de achtergrond.
De medicinale eigenschappen die rode zonnehoed zou hebben worden door sommigen in twijfel getrokken. Uit andere onderzoeken blijkt dat de plant het risico op verkoudheid met 58% verminderd en de duur van de verkoudheid met 1,4 dagen verkort.
Het gebruik van Echinacea purpurea kan vooral bij kinderen voor huiduitslag en ademhalingsproblemen zorgen. Bij langdurig gebruik (8 weken) kan er leverstoring of leverschade optreden.